vrijdag

bijna winter

vrij zijn
2 woorden
veel hoop
weinig betekenis
vrijheid zit in ons


We dragen ketenen die ons binden, noodzakelijke dingen die als last worden gezien, als een lijden op het leven. de last die we torsen laat ons buigen of barsten, alsof aanvaard moet worden dat het zo is. het probleem is niet het leven maar het perspectief, de creativiteit van manieren waarop leven en dood zich laten uitbeelden is ronduit bedroevend. het leven is als een lange weg met splitsingen, het leven is als een rivier met stroomversnellingen, enz. het leven komt zelfs in de context van de vergelijking nog niet in de buurt van al deze dingen. het leven bestaat niet enkel uit keuzes, ups en downs, uit goede en slechte momenten. het leven is een wonder, de omvatting en de definitie van dit hele universum, leven is wat verandering brengt in dit geheel. ik ben echt blij dat ik leef, liefheb, ontdek, lijd, mag kiezen wat ik doe, hoe weinig verandering of gevolgen het ook met zich meebrengt laat mij stoïcijns. waarom ook zo kniezen op wat er allemaal had kunnen zijn? verandering komt wel, mettertijd. ik hou van je wereld. 冬の花

dinsdag

haaah

zij is wat ik mis
zij is mijn hoofd
zij is mijn hart
zij is zachte lippen op de mijne
zij is mijn verlangen
zij is een zonnige dag
zij is rust in mijn hoofd
zij is mijn droom
zij is zo zacht
zij is de mijne
zij is mijn alles

donderdag

Serchis III

voorbij de structuur in chaos, achter rede in paniek, puur geweld, onversneden agressie. niets ontziende kracht die alles op zijn pad vernietigd, ondanks de euforie die het met zich meebrengt blijft alleen pijn en lijden achter. verdriet bindt of verstoot, enkel liefde geneest. we hopen ankers te vinden in anderen, in vrienden, in liefdes om rust te brengen in hoofd en hart, om de rede uit de chaos te zeven, structuur geeft veiligheid, de meeste mensen vrezen chaos als iets dat hen zal opvreten of leegzuigen. anderen omhelzen het als de ultieme extase, pure euforie, zonder grenzen de wereld overzien.

vrijdag

Beest dat ik ben geworden

Onrust in hart en nieren, trillen van spieren, ruisen van bloed. de adrenaline laat me niet los, lucht scheurt mijn longen, ik ontplof bijna van de extase, en dan is het lied voorbij

donderdag

ik kies voor niemand

Een verslaving, ik kan echt niet stoppen, de woorden blijven komen als een vloedgolf. hoezeer ik ook probeer de melancholie te vermijden krijg ik er steeds meer zin in. Schrijven blijft voor mij onmisbaar, hoewel liever met de hand, wil ik hier ook wel woorden kwijt. woorden zoals, equilibrium, menig weet dat dit eigenlijk bijna niet meer betekent dan balans, hoera voor moeilijke woorden denk ik dan, zeggen doe ik het ook vaak maar net iets minder dan denken. onlangs stierf trouwens jean-marie berckmans, 54 jaar, was een goede vriend van mijn leeraar nederlands in het middelbaar, was toen ook komen spreken over zijn werken. een intrigerende man die in zijn boeken de chaos van leven zo goed omschrijft in zijn stijl. in het begin lijkt het maar onzin, woorden die elkaar opvolgen in een niet logische volgorde, maar vanaf het moment dat je hem hebt horen praten begrijp je hoe langer hoe meer van zijn boeken. een cultschrijver noemen ze hem, over de cult die ons leven soms in zijn kluwen heeft, een spiraal van chaos waaruit amper te ontsnappen valt. de balans tussen structuur en chaos is nagenoeg transparant, wanneer chaos toeslaat lijkt het alsof het niet echt gebeurt, alsof je alles bekijkt van achter en venster, de balans neigt te tillen in de richting van zij die de chaos liefhebben, die zonder angst toetreden tot wat men noemt, gekken

De kamer

De kamer is slechts verlicht door een enkele kaars, vier muren, 8 hoeken, een plafond, een vloer en 1 kaars. de muren vervaardigd uit een soort beton, kaal, zonder warmte. De kaarsvlam flakkerd als ik me beweeg. Met mijn hand de muur strelend loop ik de kamer rond tastend naar een uitgang, maar mijn hand vindt slechts het koude beton. het mysterie van hoe ik in deze kamer beland ben pijnigd nog steeds mijn hoofd, er is geen enkel barstje of oneffenheid te bekennen, niets wijst erop dat ik deze ruimte ben binnen gekomen. ik staar naar de kaars, die sinds ik hier ontwaakt ben nog steeds brand, en nog steeds niet kleiner is geworden. ik haal mijn hand door de vlam, niets, ik doe het nogmaals maar dit keer iets langzamer, nog steeds voel ik niets. ik kijk naar mijn handpalmen, nog steeds even proper en glad. Een laatste maal laat ik mijn hand naar de kaars gaan maar ditmaal laat ik mijn hand op de vlam rusten, de koelte van de vlam beangstigd me, ik neem mijn hand weg en bekijk ze, ongeschonden als altijd laat ik ze zakken en staar verder naar de kaars in het midden van de kamer. ik sluit mijn hand om de kaars en probeer ze op te tillen, de kaars blijft onaangeroerd staan, ik grijp ze vast met mijn 2 handen en trek uit alle macht maar de kaars blijft muurvast op zijn plaats zitten. Hijgend ga ik op mijn knieën zitten en probeer op adem te komen, zoals deze ruimte alle wetten van de fysica overtreft zo overtreft ze ook mijn verstand. Een sterk gevoel van eenzaamheid maakt zich van me meester, als laatste poging probeer ik de vlam uit te blazen, maar zoals de fopkaarsen op een verjaardagstaart komt ze altijd terug. zuchtend laat ik me op de grond zakken mijn rug steun vindend tegen één van de muren die mijn eeuwige gevangenis zijn, het gevoel van déja vu overvalt me, het lijkt wel of ik hier al honderd keren verslagen tegen deze wand heb gezeten, wachtend, hopend op een mirakel. Een inktzwart pessimisme maakt zich van me meester. Ik ben in de hel, het kan niet anders, ik zou niet weten waarom maar...het zou kunnen kloppen. Nergens luchtgaten, of een stroompje lucht, ik zou al uren ademnood hebben gehad. Evenals honger, dorst, warmte, koude, niets van dat alles. Ik ben gewoon dood en ben in de hel van eenzaamheid beland.....ik zijg neer en leg mezelf op de grond. Mijn ogen sluitend probeer ik alles te vergeten, mijn hoofd leeg te maken, en als op commando val ik in de inktzwarte duisternis van de slaap. Ik open mijn ogen en bevind mij in een kamer, De kamer is slechts verlicht door een enkele kaars, vier muren, 8 hoeken, een plafond, een vloer en 1 kaars. de muren vervaardigd uit een soort beton, kaal, zonder warmte. De kaarsvlam flakkerd als ik me beweeg.

woensdag

teek

We zijn voorbij, vergeten, voorbijgestreefd
alles voor niets, niets voor alles
doen is het wezen van ons allen
sinds doen denken werd
en denken toekijken werd
zijn we verdoemd
verdoemd tot passief leven
verdoemd tot wachten op de dood
verdoemd tot het lot

dinsdag

Reesje

De benodigdheid van rust
het goed gevoel
het stroomt
geeft leven en verdriet
eenzaamheid aan zijn grenzen
wederom smaakt rozerood bitter
bitter als verloren liefde
in onze hemelsblauwe onschuld
wegkruipend van pijn
allergisch aan een slecht gevoel
in ergernis vergetend
vergeten te houden
van rust en stilte

maandag

Gyron

Geloof en recht
liefde en verdriet

in overtuiging sterven we

sterven voor ons doel dat we zo
krampachtig
trachtten te bereiken
zonder hoop

slechts het leven zelf
geeft kracht
slechts het leven zelf
is waarom we ons en anderen
laten lijden

niemand kan zeggen waarom, enkel dat het gebeurd
omdat het moet

dat het gebeurd
omdat we het willen

vrijdag

Ritme van stilte

Langzaam wiegend vind ik het ritme van de stilte
eeuwig aan de randen van ons bewustzijn
sluimerend, wachtend tot
stemmen sterven, gedruis vervaagd en opgaat in
allesoverheersende stilte
het enige dat iedereen kan horen
het enige dat iedereen gemeen heeft
even beangstigend als vertrouwd
men vreest stilte, men vreest de leegte
de leegte die je ziel lijkt uit te hollen
groot is de vrees, zo groot
dat elk moment van onze levenstijd gevuld is
met gedruis
met stemmen
met leven van anderen
met zoveel lawaai
dat alle stilte langzaam sterft
()
()
()
stilte vergaat nooit

maandag

FRIS

Ik mis mensen, mensen uit mijn verleden, mensen waar ik nog dingen tegen wilde zeggen maar nu niet meer kan bereiken om diverse redenen. tijd, plaats, leven, dood, overtuiging, haat, schaamte zijn er slechts enkelen. Hoewel mijn verleden vaak bestaat uit niet meer dan indrukken, gevoelens en koud zweet is er nog steeds het prangende gemis van wat onafgemaakt, onvolledig is. als een gezicht zonder ogen...soms twijfel ik aan mezelf, soms vaak maar zeg dan telkens dat wat ik nu doe ik nooit meer kan doen, wat gebeurt is jammer kan zijn maar onoverkomelijk en wat ik nog moet doen gedaan moet worden met alle kracht die ik maar vinden kan. treurig hoe soms de regendruppels me droevig maken, mij niet alleen, alsof het verdriet van velen zich heeft samengepakt en uitgestort word om ons te herinneren waar we fout waren, of nog steeds zijn. zonneschijn brengt geluk, zon is een bundel passie, passie voor elkaar en voor het leven, passie voor het leven. elk individu word gecontroleerd door zijn eigen passie, en zal er alles voor laten vallen, zal door elk vuur stappen om de extase van die passie te voelen branden in elke vezel van zijn wezen, passie leid tot verslaving, tot wil om te leven tot moeilijke keuzes maken over wat evoor moet wijken. we weten het goed genoeg, maar elke passie verbrand ons, en berooft ons zelfs van onze zinnen als we ons niet krampachtig vasthouden aan wat ons tot dan toe nog rest aan wil, wil en besef dat leven slechts een zeepbel is, mooi en prachtig maar slechts een zucht wind en het spat uiteen als een glimp aan een mooie herinnering. ik laat mezelf vaak denken aan waarom ik leef omdat dat de meest pijnlijke gedachte is en eraan wennen het enige is wat we eraan kunnen doen

Serchis VL

In alle geluk, streef ik naar steeds meer, ik zie steeds meer, elke dag bekijk ik de wereld met andere ogen, de nood aan gemeenschap, aan maatschappij, hoe rot ook, het is nodig voor iedereen die leeft omdat de mens leeft om samen te leven, de één kan niet zonder de ander, geen leven zonder band, eenzaamheid dood een mens, maakt de ziel bot en beknot openheid. ik zie niet in waarom sommigen zich zo speciaal voelen dat ze denken dat ze niemand nodig hebben, de leugen die hun verblind is zo duidelijk dat ik moet lachen bij de gedachte dat ze hem zelf niet zien of niet willen zien, het één verschilt in essentie niet veel van het ander. je kan jezelf niet speciaal voelen zonder anderen om het te bevestigen, dus wat zouden zij doen zonder anderen rond hen? zichzelf speciaal vinden? liegen tegen jezelf is nog steeds vele malen erger dan een leugen verspreiden onder gekenden...al is het laatste nog steeds de oorzaak van eenzaamheid en het eerste de oorzaak van haat

donderdag

ikke ikke ikke, en de rest mag soms stikke

zo zien zo blijft, ik betuig leed als mijn lief en droom over pijn, pijn van anderen die zich ergens in mijn hoofd ophouden, soms zelfs ophouden te bestaan. proeven van leed in het zoet helderblauw van de lucht. gierig als ik ben houd ik mij voor mezelf, alsof enkel ik recht heb op een stuk ik, ik die wel deelt in vele andere mensen, ik die anderen helpt maar niets afgeeft, ik die alles verwacht van anderen maar zo weinig teruggeeft. Zoals ik ook overal wel buiten sta, zo sta ik ook buiten mezelf, toekijkend hoe mijn leven verloopt, en hopend dat het wel goed komt.



slagend sterf ik rustig in besef dat eenzaamheid niet bestaat

Lang geleden hé

nu alles weer helder is en ik de zon terug op mijn gelaat voelen kan, is het tijd op terug mijn schrijfsels op te nemen en zo als mijn voornemens het toelaten zo nu en dan eens iets te verkondigen, iets dat eigenlijk in alle waarschijnlijkheid niet veel mensen zal interesseren, nuja, ik hou van jou.

woensdag

Vrachtwagendood

Tranen prikken achter mijn oogleden, langzaam zink ik weg in de eeuwigdurende duisternis, met spijt neem ik afscheid van alles wat ik ben en nog zou worden, met verdriet in mijn hart sla ik mijn laatste momenten gade, al vallend zie ik de dood op me afrijden, in het allesvertragende requiem zie ik alles helder, een revelatie, zoals die er alleen maar kan zijn wanneer alles ver voorbij zijn grenzen wordt gedwongen, ik zie geen kans op verder leven maar hoop, hoop die sterker kan zijn dan welke vrachtwagen dan ook, zelfs sterker dan een die in volle vaart op mijn vallend lichaam afrijdt, IK WIL leven, IK WIL terug opstaan en aan iedereen zeggen dat ik fout was, dat het mijn schuld was, dat ondanks alles wat ik gezegd heb ik hen nog steeds in mijn hart draag. ik wil nog eenmaal zeggen dat het me spijt, dat ze gelijk hadden. Met nog steeds tranen in mijn ogen maakt mijn lichaam contact met zijn ondergang, ik sluit mijn ogen en open ze nooit meer, hoezeer het me ook spijt, er is geen tijd meer, er is alleen de hoop die bidt dat diegenen die van mij houden weten dat ik ook altijd van hen gehouden heb.

(-04/03/2008-)

donderdag

zoals gevraagd

Hierbij een achtergrondje voor jou pascolotje =)

directe link

http://img442.imageshack.us/img442/8675/pascolo2lk9.jpg

of klik hierzo op

Free Image Hosting at www.ImageShack.us

woensdag

Bezigmevanalles

Ik ben graag bezig met zowat vanalles en nogwat. vooral photoshop enzo en ik dacht, laat ik eens een wallpaper maken van mn blogje, kben persoonlijk wel vrij tevreden met het resultaat, je kan dit als achtergrond gebruiken voor op je pc, als je wil natuurlijk. mocht je willen kan ik ook iets maken voor jou, laat maar weten in de echos.

De directe link

http://img212.imageshack.us/img212/9576/wallpaperat6.jpg

De afbeelding zelf

Vergeten

Ik voel niets meer, mijn longen vullen zich met leegte. en verder zinkend in het deken van de dood betrap ik me op medelijden, medelijden met dingen die nog leven of nog in leven zijn. men kan slechts over een leven praten als het wel degelijk geleefd wordt, niet wanneer je de zon ziet opkomen zonder erbij stil te staan waarom je naar de volgende zou gaan kijken. Ik sluit mijn ogen en laat de woorden uit mijn blinde vingers vloeien en hoewel de tijd trager schijnt te gaan voel ik me steeds ouder worden, steeds meer verbonden met het leven dat nu weer traag dan weer snel voorbijslijt. kijkend door de ogen van een vreemde sla ik mezelf gade, het gezicht in de spiegel is dat van mij maar voelt zo vreemd alsof je naar een schilderij kijkt dat je vaag bekend voorkomt vanuit een oud schoolboek waar je jarenlang duf overheen staarde zonder echt antwoord te krijgen op de prangende vragen die het bloed in je aders doen kolken en je het gevoel geven dat je krijgt wanneer je even stilstaat bij jezelf afvragend waarom je ouder wordt en je verbaast over het bewegen van je vingers. het soort vragen dat enkel maar gehoon en gelach als antwoord krijgen omdat de meesten het veel te logisch vinden om er antwoord op te geven, minachting, lezend in de ogen van elk ander, zonder recht en reden, zonder verantwoording, enkel omdat sommige vragen de schaamte van anderen opdiepen en daarmee oude wonden openrijtend. het is nacht en ik ben moe, moe in lichaam, helder van geest. ik wijfel nog even of het bed dat zich boven mijn hoofd bevind begeerlijk genoeg is om op te zoeken, ik twijfel en schrijf verder. letter per letter, niet echt met reden, maar omdat ik vind dat alles geschreven moet zijn, opdat de kennis kan bijdragen aan de evolutie van ons menszijn, een zware filosofie maar verslaafd als ik ben aan het denken en bedenken om het onszelf moeilijker dan wel gemakkelijker te maken, aaaah, muziek, de drijfveer van ons bestaan en de begeleider van het ritme dat ons leven stuurt. leven is dansen, dansen op het ritme van onze wereld, dansen in het ritme van mensen naast jezelf, dansen naast jou.

Serchis XIII

Ik dans op het ritme van mijn leven, op de muziek van mijn vreugde dwarrel ik steeds verder in het gelukkig hemelsblauw. anders dan altijd droom ik over mezelf, over hoe ik vruchteloos de horizon probeer te grijpen in een poging om steeds maar meer van mezelf te vergen. Ik dans leef zing spring huil tier trek lach steeds luider en harder opdat anderen het ook horen en mijn bestaan erkennen. Aandacht is vitaal voor een plaats in dit universum. Ik laat de zwaartekracht haar ding doen en laat me neergooien op de barre grond, warme lucht vult mijn longen en langzaam als de climax van het lied toeneemt stroomt de adrenaline door mijn aderen. elke pijn, elke vermoeidheid alle zorgen weg, gewoon perfect, muziek brengt mij een heldere geest in een onvermoeid lichaam. zo sta ik op en begin te lopen, mijn energie zoekt een uitweg en ik sla op alles wat ik tegenkom, de muren kasten bed alles moet eraan geloven. elke spier in mijn lichaam staat gespannen voor het volgend obstakel. nieuwe littekens schilderen mijn vuist in een bloedrode kleur, het voelt warm en vertrouwelijk aan, de pijn is slechts een vaag woord ergens achteraan in mijn brein. helder als mijn geest is bekijk ik mezelf en zie dat er geen reden voor spijt is, geen reden voor twijfel. ik staar in de spiegel naar mijn naakte lichaam, bloed drupt van mijn handen op de grond. van boven tot onder verkent mijn blik elke vezel die maakt wat ik ben, wie ik ben. de muziek veranderd in een rustige melodie, langzaam neemt de spanning in mijn benen af en ik zak op mijn knieën. de muziek geeft me een andere droom, één waarin ik onder een boom rust, wachtend op de tijd om mijn lichaam te voeden compleet harmonieus met alles rondom. dromen duren in alle helaasheid nooit lang genoeg om ons volledig inzicht te geven, en dus al wakkerschietend badend in wat zweet of tranen zouden kunnen zijn vervloek ik de ongedeelde kennis. lachend besef ik dat ik dichtbij het einde van mijn leven zat want waarom de zoektocht zo snel beïndigen....ik wil nog lang jagen naar wat mij onbekend is, wat zou ik moeten doen als ik het nu al zou weten?

dinsdag

kbeninmennegoeievandaag

ik haat niet
maar ik blijf hopen

ik doe niet
maar ik blijf huilen

ik weet niet
maar ik blijf denken

zolang we maar leven
zolang
zal het zijn

Voor jouuuu

haar ogen zijn de sterrenhemel
haar lichaam de zon
haar lach de wind
haar lippen het slot van onze liefde
een slot
waarvan ik de sleutel ben

Opet

ik zweef steeds verder weg boven de realiteit. uikijkend over alles wat echt is, volop begrijpend waar dromen vandaan komen. ik tuur naar de horizon, daar waar echt eindigd en hoop begint. starend in die immense verte laat ik het hier voor later en reis naar oorden waar ogen geen betekenis hebben en waar mensen versmelten tot één geheel. ik voel de dromen van anderen als een koele wind die de haartjes op mijn huid overeind doet staan. steeds hoger, steeds verder, sommigen noemen het vluchten van de realiteit, maar zij die het geheel overzien weten wel beter. alles is realiteit zolang het maar geloofd wordt. laat maar staan, ik ben toch blind

zondag

Getier

hier sta ik dan, vergeven in de zoetebrij van de chinezen, toch blijvend schrijvend naar beter oorden....Tahiti, here i come, zoals van op glad ijs. als iemand het kent tenminste, toneel korneel. als het maar klinkt en plakt in de ijskast. Ik voel me zweven op de extase van muziek, muziek niet van mij. helaas heb ik geen muziek, in muziek ben ik stom, in woorden schrijf ik zeeën, zinnen als woestijnen. ik keer altijd weer terug op mezelf, tenminste als mijn woorden komen willen al willen ze wel blijven hangen in mijn achterhoofd zo drijvend in mijn waanzin, al langzaam verterend van mijn hersenpan. ik sta op en ontkleed me, mijn spieren tekenen zich scherp af zweet rolt over mijn rug en steeds langzamer vallen mijn oogleden dicht. op de grens van onderbewustzijn schrijf ik dit. fysieke vermoeidheid geeft een heldere geest, alsof lichaam en geest opeens gescheiden zijn, morgenvroeg is deze extase weg, de extase met de naam endorphines, een roes die ik telkens weer opzoek in het heetst van de strijd, daar waar kleine oorlogen in een spel worden gespeeld daar vind ik mijn kracht, het is daar waar ik geleefd hoop

zaterdag

Onononozel

staren in het vuur
ik heb geen uitweg meer
de verstikkende duisternis
omringd
dood wat ik lief heb
wat ik nog heb
een enkel licht
de grens met mijn donker
leven is licht
het licht is mijn leven

vrijdag

Engst

Ik kon niet zien met mijn ogen
maar ik wist waar iedereen stond
en waar ik was.
ik zat in een stoel, een tamelijk comfortabele stoel
zonder leuningen maar bezet met een kussenlaag
er zat verband rond mijn hoofd dat mijn ogen bedekte
en hoewel ik niet kon zien
voelde ik de warmte van kunstlicht op mijn verband schijnen
Ik kon niet horen met mijn oren
maar ik hoorde alles om me heen
en ik hoorde mezelf huilen
ik hoorde dat ik nooit meer zou kunnen zien
woorden die als een storm op me afkwamen
al het geluid om me heen uitdovend.
tranen branden achter mijn oogkassen
maar verlieten ze niet
iemand streelde mijn rug, moeder
haar handen waren nog nat van de tranen
ik probeerde op te staan
maar de kracht die mij restte
was er één om te sterven

(-06/02/2008-)

TRechter

Ik had antwoord gevraagd, ik vroeg uitleg, ik hapte naar de kennis die zij weghield op een plaats waar ik ze nooit kan vinden, niet zonder haar toestemming. Ik ben achter de schermen van haar bestaan beland en heb haar nooit verraden. ik heb haar geheimen aanhoord, ik heb haar dicht bij mijn hart geplaatst gekoesterd alsof het mijn eigen leven was. ik had zowat alles gehad, ik was beproefd, ik stond nog steeds recht en ik blijf alsmaar rechtdoor gaan, almaar vooruit, soms anderen ontziend, andere keren neem ik ze mee op de reis door mijn leven. en soms denk ik terug aan momenten, aan de kennis die ik nog steeds niet heb, aan wat mij is onthouden, aan wat mij nog steeds pijnigd, aan hoe het misschien in alle onwaarschijnlijkheid had kunnen wezen, misschien, in één van de vele toekomsten ontsproten uit de keuze die is gemaakt, nooit heb ik spijt gehad over mijn eigen keuzes, altijd over die van een ander