ik ben alleen, zo letterlijk en figuurlijk als je je maar kan voorstellen. ik zit aan de eikenhouten tafel in de woonkamer, de brandende sigaret die ik zo cliché in mijn hand houd is helemaal opgebrand, ik heb namelijk nooit gerookt maar nu leek het moment zo juist om het te doen, toch kon ik me er niet toe brengen. ik nam voor de laatste keer mijn glas whiskey en dronk het in één teug leeg. het ijs liet koude druppels na op mijn al 3 weken niet geschoren snorharen van mijn baard, met een vlotte beweging veegde ik ze af met mijn mouw. ik legde mijn hoofd zijdelings op de tafel en keek naar buiten, de zonsondergang was prachtig en ik kon de weinig bevredigende gedachte dat het mijn laatste zou zijn niet uit mijn hoofd zetten. langzaam richtte ik mijn hoofd op en keek in de spiegel die naast de kast stond, in mijn 3 weken van eenzaamheid was ik veranderd van knappe jongeman in een spook, mijn oogkassen waren ingevallen en mijn ogen zwartomrand als gevolg van te weinig slaap, geen slaap. ik glimlachte en moest denken aan de jongens in dat metal café waar ik soms met mijn vrienden over de middag ging poolen, pandabeertjes hadden we ze genoemd. ik stond op en liep naar het raam, ik stak de reeds gedoofde sigaret in mijn mond tot ik me cool genoeg vond om te doen wat ik moest doen, ik keek uit over de straat waar ik sinds 2 maanden geleden al een jaar woon, de overbuurman die eigenlijk schuinrechts woonde -recht over mij stond een pitoreske houtzagerij waar ze nog steeds handgemaakt al hun spullen maaken, de tafel komt van daar, ze wilden hem eigenlijk wegdoen omdat er een fout was in het houtwerk, nuja ik had niet veel geld enzo- was nog steeds in zijn tuin bezig, zijn befaamde begonias waar hij altijd over opschepte zagen er inderdaad wel goed uit, hij zou wel winnen dit jaar. ik draaide me om en doofde het laatste restje smeulende sigaret in het gesmolten ijs van mijn wiskeyglas. ik nam de telefoon en draaide het nummer dat ik inmiddels al bijna kon dromen, ik moest toch wel eens een nieuwe telefoon kopen, het nummer negen was nu al meer dan een week stuk.....misschien moest ik maar niet meer op de telefoon slapen, het was ook vrij genant om de volgende morgen een hele cijferdisplay op je rechterwang te zien schitteren in de spiegel. eindelijk reageerde nummer negen, ik hield mijn adem in en bracht de telefoon naar mijn rechteroor. de telefoon ging acht keer over, ik wilde bijna opgelucht ademhalen tot de telefoon opeens overging ; "Hallo, met Emma Brechts" klonk er aan de andere kant, even stokte mijn adem, het was al zo lang geleden, maar toen vond ik mijn stem terug en herhaalde het zinnetje dat ik zo lang had geoefend ; "Hey emma, Abel hier, ik weet dat het lang geleden is maar - mijn handen zweten en bijna gleed de telefoon uit mijn handen- wil je alsjeblieft met me iets gaan drinken vanavond?" er volgde een stilte en ik dacht dat alles verloren was ; " ja, natuurlijk, vanavond om 10 uur op de grote markt, bij de waterput, sorry dat het zo laat is maar ik moet eerst nog werken, ik kan dus niet lang blijven hangen, in ieder geval ben ik blij nog is iets van je gehoord te hebben, ik dacht dat je me vergeten was, nuja ik zie je vanavond wel, daaag." ik was verstijfd en kon geen woord uitbrengen, maar ik was gelukkig