woensdag

Fruitsap

Het bezit van de één geeft blijdschap aan de ander, mits gedeeld en met liefde gegeven
de wijsheid van de één geeft licht aan de ander, mits juist en zonder eigenwinst
de leugens van de één dompelen anderen in wantrouwen, mits goed verborgen en zonder geweten
de wetenschap dat anderen verantwoordelijk zijn voor het geluk of ongeluk van anderen stemt me droef, kan niemand zijn eigen lot bepalen? kan niemand onafhankelijk zijn? moet er altijd iemand zijn die je leven beter maakt of breekt?


natuurlijk, het leven is niet van jou alleen

dinsdag

Magenta

Ik zag een vrouw met tranen in de ogen, een vrouw met 3 keer mijn leeftijd. ze huilde bittere tranen op het lichaam vanwaar ik uitkeek, mijn lichaam verkrampt, veel pijn. ik wil bewegen, rechtstaan, haar troosten maar het enige dat ik kan doen is ademen, ademen en hopen dat er nog een volgende zal zijn. De duisternis neemt bezit van alles, langzaam maar zeker vervagen de contouren langs mijn ooghoeken tot de inktzwarte duisternis er bezit van neemt, ik probeer nog in een allerlaatste inspanning een woord uit te brengen maar de dood heeft al mijn vocht opgeslorpt en uit mijn droge keel komt alleen wat gerochel. de pijn in mijn spieren neemt af, de dood verspreid zich in mijn lichaam als vuur. het begint bij mijn vingertoppen en tenen dan mijn kuiten en onderarmen, langzaam verlies ik mijn lichaam. ik sla nog voor de laatste maal mijn ogen op en aanschouw de liefde die ik met gans mijn hart droeg, ik heb geen spijt. de dood zit al aan mijn hart, nog twee slagen en ik zal dood zijn. de pijn is weg, met mijn laatste vonk bewustzijn maak ik van mijn mond een glimlach om de wereld te laten zien dat ik gelukkig was en dat nog steeds ben.

Neergeslagen

In de gratie van het leven zijn de dochters van haat geboren, daar waar onze meest donkere geheimen verblijven
daar koesteren wij ons leven

Beloofd

Achter de bergen boven de hemel langs de zon en onder de sterren ligt de schaduw van mijn dag en de hoop van mijn nacht
daar waar anderen nooit kwamen, daar waar anderen het nooit durfden
daar waar alleen schoonheid heerst en pijn slechts een woord is
daar waar wij allen uitgenodigd zijn

zondag

Ik ken jou

ik ben moe, ogen vallen dicht
ik denk alleen maar aan verre plaatsen
plaatsen van vrede
plaatsen die alleen maar zon kennen
plaatsen waar ik uitvoerig zou kunnen mijmeren
wegdromen op de zilte lucht van de helderblauwe zee
mijn zicht word wazig
mijn gedachten gericht naar dingen die eigenlijk zinloos zijn
is geluk zinloos?
mijn ogen vallen dicht
en hier slaap ik
dromend over plaatsen van vrede, geluk en mijmeringen
plaatsen zo echt dat ik teleurgesteld zal zijn wanneer ik ontwaak
ik kijk uit over de wereld en zie ieders last
lasten die de mijne lichter maken
lasten die me echter maken
ik zie andere mensen
die eveneens vrede proberen te zoeken
vrede die wordt verstoord door wat bind
bindingen aan onze aardkloot
onze geest is gegroeid
onze geest wil zweven boven de wolken bij de sterren
ons lichaam is onze gevangenis
slechts
nu
mijn geest maakt zich los
mijn besef is weg
ik voel niets
alleen dat ik zweef
zweven over de dromen van anderen
ik zweef en kijk naar onze wereld
een wereld zo echt en hard
een wereld zo zacht en mooi
soms
ik kijk naar mensen en hun zorgen
ik hoor hen
wil helpen
hen uit hun vrouwelijkenachtpaarden rukken
ik kan enkel kijken
en huilen
ik droom over andere mensen! ik droom niet mijn dromen! ik droom wat anderen kwelt! ik droom wat anderen begeert!
en soms
droom ik ook over jou

zaterdag

Oker

De stilte maakte het alleen maar moeilijk, als een orkaan van onuitgesproken gevoelens raasde het tussen ons in. ik probeerde me voor te stellen hoe deze ogen ooit vol vuur hadden geweest, nu slechts schaduwen van hun vroegere glorie. ik wist het, de lijntjes rond haar mond toonden haar besef hiervan. toen de eerste van haar laatste tranen zich toonden balde ik mijn vuisten en kneep mijn tanden op elkaar, koppig bleef ik haar aankijken beseffend dat dit het moment was dat ik steeds achterin mijn netvliezen zou bewaren om te blijven herinneren dat dit ook mijn lot was, het lot dat ieder mens beschoren is. ik liet me op mijn knieën vallen en nam haar in mijn armen. Het gif dat zich nu door haar aderen schroeide deed haar langzaam wegzinken in de eeuwige duisternis, ik zag geen pijn in haar ogen, de dood laat alleen de levenden lijden, ik verlies alweer, het besef had zich schrijnend vanaf mijn hart uitgebreid tot mijn longen, mijn adem stokte toen ze voor de laatste keer haar mond opende. "Sorry" fluisterde ze als laatste zucht. haar ogen sloten en zo deed mijn ziel dat ook, voor de laatste keer.

zondag

kunne we?

We weten wat we beter kunnen, we kunnen beter weten, we kunnen beter dan we weten

zaterdag

Zoals altijd

ik ben alleen, zo letterlijk en figuurlijk als je je maar kan voorstellen. ik zit aan de eikenhouten tafel in de woonkamer, de brandende sigaret die ik zo cliché in mijn hand houd is helemaal opgebrand, ik heb namelijk nooit gerookt maar nu leek het moment zo juist om het te doen, toch kon ik me er niet toe brengen. ik nam voor de laatste keer mijn glas whiskey en dronk het in één teug leeg. het ijs liet koude druppels na op mijn al 3 weken niet geschoren snorharen van mijn baard, met een vlotte beweging veegde ik ze af met mijn mouw. ik legde mijn hoofd zijdelings op de tafel en keek naar buiten, de zonsondergang was prachtig en ik kon de weinig bevredigende gedachte dat het mijn laatste zou zijn niet uit mijn hoofd zetten. langzaam richtte ik mijn hoofd op en keek in de spiegel die naast de kast stond, in mijn 3 weken van eenzaamheid was ik veranderd van knappe jongeman in een spook, mijn oogkassen waren ingevallen en mijn ogen zwartomrand als gevolg van te weinig slaap, geen slaap. ik glimlachte en moest denken aan de jongens in dat metal café waar ik soms met mijn vrienden over de middag ging poolen, pandabeertjes hadden we ze genoemd. ik stond op en liep naar het raam, ik stak de reeds gedoofde sigaret in mijn mond tot ik me cool genoeg vond om te doen wat ik moest doen, ik keek uit over de straat waar ik sinds 2 maanden geleden al een jaar woon, de overbuurman die eigenlijk schuinrechts woonde -recht over mij stond een pitoreske houtzagerij waar ze nog steeds handgemaakt al hun spullen maaken, de tafel komt van daar, ze wilden hem eigenlijk wegdoen omdat er een fout was in het houtwerk, nuja ik had niet veel geld enzo- was nog steeds in zijn tuin bezig, zijn befaamde begonias waar hij altijd over opschepte zagen er inderdaad wel goed uit, hij zou wel winnen dit jaar. ik draaide me om en doofde het laatste restje smeulende sigaret in het gesmolten ijs van mijn wiskeyglas. ik nam de telefoon en draaide het nummer dat ik inmiddels al bijna kon dromen, ik moest toch wel eens een nieuwe telefoon kopen, het nummer negen was nu al meer dan een week stuk.....misschien moest ik maar niet meer op de telefoon slapen, het was ook vrij genant om de volgende morgen een hele cijferdisplay op je rechterwang te zien schitteren in de spiegel. eindelijk reageerde nummer negen, ik hield mijn adem in en bracht de telefoon naar mijn rechteroor. de telefoon ging acht keer over, ik wilde bijna opgelucht ademhalen tot de telefoon opeens overging ; "Hallo, met Emma Brechts" klonk er aan de andere kant, even stokte mijn adem, het was al zo lang geleden, maar toen vond ik mijn stem terug en herhaalde het zinnetje dat ik zo lang had geoefend ; "Hey emma, Abel hier, ik weet dat het lang geleden is maar - mijn handen zweten en bijna gleed de telefoon uit mijn handen- wil je alsjeblieft met me iets gaan drinken vanavond?" er volgde een stilte en ik dacht dat alles verloren was ; " ja, natuurlijk, vanavond om 10 uur op de grote markt, bij de waterput, sorry dat het zo laat is maar ik moet eerst nog werken, ik kan dus niet lang blijven hangen, in ieder geval ben ik blij nog is iets van je gehoord te hebben, ik dacht dat je me vergeten was, nuja ik zie je vanavond wel, daaag." ik was verstijfd en kon geen woord uitbrengen, maar ik was gelukkig

Er is altijd wel iets, en jij bent het niet

Er is een verhaal dat ons doet huiveren, er is een epos dat ons doet schamen
er is altijd wel een mijmering dat onze ogen sluit voor wat er werkelijk gebeurde
er is niets meer over van de waarheid, want we durven amper te kijken naar wat pijnlijk en moeilijk is
er is weinig meer over van menselijke waarde, alleen spijt en lafheid
er is hoop, vervlogen naar elke windrichting, meegevoerd door de wind van de leugen
er is niets meer te doen behalve bidden, en vooral niets doen dat iets zou kunnen veranderen
blijf maar kijken en denken dat alles goedkomt, want zo word de wereld een betere plaats om in te leven