ikke ikke ikke, en de rest mag soms stikke
zo zien zo blijft, ik betuig leed als mijn lief en droom over pijn, pijn van anderen die zich ergens in mijn hoofd ophouden, soms zelfs ophouden te bestaan. proeven van leed in het zoet helderblauw van de lucht. gierig als ik ben houd ik mij voor mezelf, alsof enkel ik recht heb op een stuk ik, ik die wel deelt in vele andere mensen, ik die anderen helpt maar niets afgeeft, ik die alles verwacht van anderen maar zo weinig teruggeeft. Zoals ik ook overal wel buiten sta, zo sta ik ook buiten mezelf, toekijkend hoe mijn leven verloopt, en hopend dat het wel goed komt.
slagend sterf ik rustig in besef dat eenzaamheid niet bestaat